HAAGSE BOMEN

Tot in de jaren ’30 van de 20^e eeuw stonden langs de Sophialaan en Plein 1813 rijen iepen. Die waren daar geplant rond 1850 bij de aanleg van de laan, die liep van de toenmalige koninklijke manege tot aan de Zeestraat. In de jaren ’20 werden ze getroffen door de iepziekte en gerooid. In 1936 werden de paardenkastanjes geplant die deze statige laan flankeren. De bomen waren toen zo’n 25 jaar oud.

In de schors van veel van deze kastanjes zijn sporen te vinden die de gemoederen al jaren bezighouden. Dat deze sporen zijn veroorzaakt door prikkeldraad dat rond de bomen werd gewikkeld in de Tweede Wereldoorlog, daar is iedereen het wel over eens. Maar wie heeft dat gedaan? En waarom?

De meest plausibele verklaring is dat de Gemeentelijke Plantsoenendienst hiervoor verantwoordelijk was. Inwoners van de stad waren gedurende de oorlogsjaren voortdurend op zoek naar brandhout om hun huizen mee te verwarmen en hun eten op te koken. Bijna het hele Haagse Bos werd om die reden weggekapt. Om te voorkomen dat deze bomen hetzelfde lot zouden ondergaan, liet de toenmalige directeur van de Plantsoenendienst, de heer Simon Doorenbos, de bomen vanaf de stamvoet tot de kruin omwikkelen met prikkeldraad. 
Op sommige van deze bomen zijn tot op de dag van vandaag de sporen van deze bescherming nog steeds goed te zien. 

Enkele van de kastanjes werden in 2018 geveld door de beruchte kastanjebloedingsziekte en gekapt. De kastanjes die daarvoor in de plaats kwamen, zijn rond de 61 jaar.